Schenkingen in de vitrine

Een fijne selectie schenkingen uit 2023 toont de grote verscheidenheid van de verzameling: van het kleine tot het grote, van het persoonlijke over het kostbare, zowel het unieke als het administratieve. Schenkingen worden zo veel als mogelijk ingezet in de werking van het museum: in de permanente opstelling, in tijdelijke tentoonstellingen, in de educatieve werking en in het kenniscentrum als onderwerp van studie en onderzoek. Allen dragen bij tot een beter inzicht in de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog. Met dank aan alle schenkers!

Een  overzicht van alle schenkingen vind je in het jaarboek.

Dirk Cailliau
(BE)

Op 12 november 1914 verijdelde het 1ste Regiment Zoeaven de Duitse poging om de brug in Noordschote over te steken. Vanaf 1952 organiseerde onderwijzer Léon Balduck op die plek een jaarlijkse herdenking. Uit erkenning ontving hij een insigne en een bronzen beeldje met het devies van het zoeavenregiment als opschrift: “Tirez donc, Nom-de-D ... !”

fam. Sorgeloose
(BE)

Aloïs Sorgeloose uit Oostakker behoorde tot het 3de Artillerieregiment. In de familie werden zijn oorlogsmemorabilia met de grootste zorg bewaard. Ook een unieke ingekleurde affiche met de militaire en burgerdoden van het dorp behoort tot zijn nalatenschap.

Martin Åkesson
(SE)

Gedurende 50 jaar kocht Martin Åkesson Eerste Wereldoorlog-militaria die hij in en rond Ieper en in Frankrijk vond. Hij motiveerde zijn schenking als volgt: “ik wil de objecten aan Ieper schenken omdat het voelt alsof de objecten terugkomen op de plek waar ze deel uitmaakten van de geschiedenis."

fam. Maurus
(BE)

Grégoire Maurus uit Brugge behoorde tot het 4de linieregiment en speelde tijdens de Eerste Wereldoorlog trombone in de muziekkapel van zijn regiment. Na meer dan honderd jaar is de trombone nog in zeer goede staat!

fam. Cazeneuve
(FR)

Aurore Fauré-Cazeneuve ontdekte tijdens het opruimen van haar ouderlijk huis de oorlogsbrieven, kaartjes, documenten en foto’s van haar grootvader Ernest en haar grootoom Alfred Cazeneuve. Alfred sneuvelde op 24 augustus 1914 bij Franconville. Ernest werd op 13 november 1914 in het Kampagnebos bij Wijtschate gevangen genomen en verbleef in verschillende kampen in Duitsland. In enkele brieven naar zijn ouders gebruikte Ernest geheimschrift of onzichtbare inkt.

Bruno Boutten
(FR)

Aan het begin van de oorlog werd Alexandre Chuquet uit Aignerville toegevoegd aan het 1ste Regiment Fusiliers Marins. Alexandre verdronk toen de Franse duikboot Prairial op 29 april 1918 bij Le Havre in aanvaring kwam met het Engelse stoomschip "Tropic" en zonk.

Simy Daems & Sonia Govers
(BE)

Louis Daems stuurde op 14 september 1914 een telegram: “In Broechem alles goed. Komt Spoedig. Louis.” Drie weken later sneuvelde de jonge militair bij Lier. Zijn gezin hield de herinnering aan hem erg levend. Voor het naoorlogse familieportret heeft vader Joannes de eretekens van zijn zoon opgespeld. Mama Leonie draagt het medaillon met zijn foto en een miniatuur hoefijzer, zus Marie het kleine medaillon samengesteld uit een uniformknoop met zijn portret.

Marcel Danau
(BE)

Maurice Claerhout uit Lotenhulle vluchtte bij het uitbreken van de oorlog naar Edmonton (London) en gaf er les aan Belgische kinderen. In 1916 werd hij opgeroepen om dienst te nemen. Maurice sneuvelde op 20 september 1918. In 1922 werd zijn lichaam overgebracht van Passendale naar Lotenhulle. In Edmonton schetste hij een visioen van zichzelf als schoolmeester voor de klas in 1928.

Josse Lorgnier du Mesnil
(FR)

Antoine Lorgnier du Mesnil was amper 20 jaar toen hij op 15 november 1914 in de buurt van Noordschote sneuvelde. Antoine behoorde tot het 1e Bataljon van het 162ste Régiment d’Infanterie. Begin november 1914 bevond het bataljon zich in de loopgraven 300 meter ten westen van het kanaal en ongeveer even ver van het Maison du Passeur.

fam. Boussery-Van Hest
(BE)

Grenadier Frans Bauweraerts sneuvelde op 30 maart 1917 in een raid op loopgraaf Guillaume bij Steenstrate. Het lichaam van Frans werd in 1923 overgebracht naar de Belgische begraafplaats in Houthulst. Hugo Boussery en zijn echtgenote Hilde Van Nest schonken de brieven, het fotoboekje, het naamplaatje, een talisman en heel wat documenten van Frans.

fam. Kennes
(BE)

Brancardier Jozef Ulens schreef 15 dagboekjes met scherpe observaties van het front- en hospitaalleven. De boekjes bevatten gedichten en prachtige tekeningen. Maar bovenal druipt van elke pagina het gemis aan zijn geliefde Marie. De familie Kennes schonk alle dagboekjes, documenten, memorabilia en tekeningen. Op basis van de tekeningen schilderde C. Cocke, een bevriend kunstenaar, enkele schilderijtjes.

Alice Carlisle
(UK)

Frederick Edmund Brown uit Earby was een Wesleyan aalmoezenier. Vanaf april 1915 werd hij toegevoegd aan de 146ste Brigade (49th West Riding Division). Van eind juni 1915 tot eind december 1915 was de brigade actief in de Ieperboog. Father Brown emigreerde na de oorlog naar Gibraltar.

Ann Mertens
(BE)

Pierre Mertens uit Oetingen diende bij het 9de Artillerieregiment. Hij correspondeerde met Justine Bidart uit Camou-Suhast, een klein dorpje in Frans Baskenland. Toen hij haar na de oorlog ten huwelijk vroeg, emigreerde Justine naar Sint-Kwintens-Lennik. Twee unieke obushulzen dragen hun namen en in het prachtig geborduurde omslagje steekt een kaartje met daarop ‘A l’occasion de ta fête de la Sainte Justine. De tous coeur je vous souhaite pour la prochaine fois en 1919 qu’on fêtera la Sainte Justine ensemble dans un bonheur suprème qui durera pour toute notre vie!’