07/06/1917

De Mijnenslag bij Mesen op7 juni 1917 gaf aanleiding tot de langste dagboeknotitie in het dagboek van Achiel Van Walleghem. Meer algemene informatie over de Slag bij Mesen vind je hier.

 

1. enige minuten voor 3 uur

 Dit is Greenwich Mean Time, het Britse uur, dus 4 uur in ‘ons’ uur

 

2. de mijnen van Wijtschate, Mesen en Hill 60

De meest noordelijke dieptemijn bevoind zich bij Hill 60, de meest zuidelijke een eind ten zuiden van Mesen. Uiteindelijk zouden op 7 juni 1917 van de 26/25 voorziene mijnen er 20/19 effectief de lucht ingaan: één was inmiddels onder water gelopen, een andere was door de Duitsers ontdekt geworden en de vier meest zuidelijke mijnen bleken strategisch niet meer van nut te zijn. De twijfel over het precieze aantal mijnen heeft te maken met wat men als een ‘mijn’ beschouwd:  verschillende mijnladingen lagen dicht bij elkaar en veroorzaakten één krater.

De mijnexplosies bij Mesen wordt beschouwd als de grootste geplande ontploffing ooit in de wereldgeschiedenis - een die niet geëvenaard zou worden, niet in kracht en ook niet in aantallen slachtoffers, tot aan de komst van het atoomwapen in 1945.

 Foto 1: overzicht van de mijnen die op 7 juni 1917 ontploften.

 

3. die 100.000 mannen die daar leven en woelen in die vuurpoel

Dit is waarschijnlijk een echo van het Boek der Openbaring 20, 14-15 : “En de dood en de hel werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood” “En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in den poel des vuurs”.

 

4. het kasteel van meneer Ségard

Zie hier

 

5. groepjes krijgsgevangenen

Foto 2: een groep Duitse krijgsgevangenen na de Slag bij Mesen

 

6. een grijze helm met rondom diepe plooien

Het is de eerste maal dat Van Walleghem de Duitse Stahlhelm ziet die in 1916 werd ingevoerd.

Foto 3: Een Duitse krijgsgevangene met de Stahlhelm na de Slag bij Mesen

 

7. Micmac Camp

Zie hier

 

8. de Volksvriend

De Volksvriend was een herberg aan « Loker Hoekje », dit is waar vandaag de huidige Sulferbergstraat (toen Kemmelstraat) uitkomt op de huidige Dikkebusstraat.

 

9. Philip Gibbs

Journalist philip Gibbs was een van de weinige Britse oorlogscorrespondenten. Meer over hem vind je hier.

Foto 4: Philip Gibbs als oorloscorrespondent

Foto 5 & 6: het oorspronkelijke verslag van Philip Gibbs in de Daily Chronicle dat Van Walleghem vertaalde. 

 

10. Het is een Gibraltar

De rots van Gibraltar is niet alleen van strategisch belang maar werd ook beschouwd als een onineembare vesting, zoals de heuvelrug van Mesen dat ook leek te zijn. Maar waar Gibraltar reeds meer dan 200 jaar stevig in Britse handen was, ondanks verschillende belegering, werd Mesen op een dag ingenomen. 

 

11. De Anzactroepen bereikten Mesen

Waar de Nieuw-Zeelanders aanvielen, bevindt zich nu het New Zealand Memorial Park. Daarin werden ook twee Duitse bunkers geïntegreerd.

Foto 7: het New Zealand Memorial Park in Mesen

 

12. De Ierse troepen, nationalisten en Ulstermannen

De 16th (Irish) Division die vooral uit (katholieke) nationalisten bestond en de 36th (Ulster) Division die vooral uit protestanten bestond vochten inderdaad zij aan zij. De weg van Kemmel naar Wijtschate vormde de scheidslijn tussen de twee divisies. De symboolwaarde die Philip Gibbs in 1917 al erkende, zou tijdens het Noord-Ierse vredesproces van grote waarde blijken, en leidde onder meer tot de oprichting van het Island of Ireland Peace Park in Mesen dat zich echter op verschillende kilometers van de historisch juiste plaats bevindt.

Foto 8: twee zuiltjes met respectievelijk het groene Ierse klaverblad en de rode hand van Ulster, tevens de kentekens van de 16de en de 36de divisies, markeren vandaag de ‘divisional boundary’ langs de weg van Kemmel naar Wijtschate.

 

13. het beroemde witte kasteel

Hier verwijst Gibbs naar White Chateau, bij Van Walleghem beter bekend als kasteel Mahieu dat zich echter niet in Wijtschate bevind maar enkele kilometers verder noordoostwaarts, in Voormezele. Het werd ook niet door Ierse troepen ingenomen.

Over kasteel Mahieu/White Chateau, zie ook hier

 

14. Battle Wood

Battle Wood is de naam die de Britten gaven aan het bos ten zuiden van de spoorweg bij Hill 60 waar de Caterpillar mijn was ontploft.

Foto 9 : de Caterpillarkrater nu

 

15. de vloek van Ieper-uitsprong

Ieper-uitsprong is de ouderwetse Nederlandstalige benaming voor de Ieperboog of Ypres Salient. Gibbs verwoordt hier de Britse hoop dat door het verjagen van de Duitsers vanop de hoogten ten zuiden van de stad Ieper ook een definitieve doorbraak van de Ypres Salient zou mogelijk zijn. Dat zou echter een illussie blijken en de Derde Slag bij Ieper zou uiteindelijk in de modder van Passendale vastlopen.   

---------

Ook andere dagboeken uit de Westhoek meldden de Mijnenslag, al zijn ze minder goed en pas veel later op de hoogte dan Achiel Van Walleghem:

“La nuit du Mercredi à Jeudi vers 3 h. nous éprouvâmes une très forte secousse; on est secoué et bercé dans son lit. Ce doit être le même effet quand un tremblement de terre se produit.- aussitôt après commence sur le front une canonade des plus terrible”(na 10 juni weet ze meer:) “C'est le 7 Juin que les anglais se sont emparés de Messines et de Wytschaete – le tremblement senti jusqu'ici fut l'effet de l'explosion des crètes de Messines.” (De Puydt, o.c.)

“Dezen nacht om 4 u hoorden wij een allerhevigste slag. Men zou gemeend hebben het springen van eene munitiefabriek of iets dergelijks.” (Baert, o.c.)

“ Dezen nacht om vier uur hoorden wij eene allerhevigste slag. Men zou gemeend hebben het springen van een munitiefabriek of iets dergelijks. Wat het was hebben we tot nog toe niet vernomen. (wel op 10 juni:) De zware slag waarvan de 6 de gewag gemaakt is, was dat de Engelschen te Wijtschaete een versterking van de Duitschen hebben laten springen die tot nog toe aan alle pogingen van inname had weerstand geboden. Ze hadden het ondermijnd en, zoo men zegt , was er voor een miljoen dynamiet ingestoken.(en op 7 juli) Volgens een geloofwaardig ooggetuige moet de put te Wijtschaete, veroorzaakt door het springen eener mijn zoo geweldig groot en diep zijn dat het onmogelijk is dezelve te vullen. De diepte is zoo groot dat, indien men er eene kerk met toren zou inzetten, men zelfs de punt van den toren nog niet zien zou, terwijl de doorsnede van boven een hectare zou bedragen. Zulk een putje kan meetellen.” (Dagboeken St-Sixtusabdij)