24/06/1917

1. Onze machtige patroon

Het gaat om Sint-Jan-de-Doper of Sint-Jan-Baptist, beschermheilige van de parochie Dikkebus, die gevierd wordt op 24 juni.

 

2. te ver gebold

Dit is een uitdrukking uit de boltra.

Trabollen was een populair volksvermaak dat nu nog bestaat. Het wordt gespeeld in een 18 meter lange holle baan van aangestampte aarde. Op 1,5 m van het einde van de baan is in het midden een pluim in de grond bevestigd; dit is het mikpunt.  De houten trabollen lijken op belegen Edammer kaasbollen: afgerond,met een diameter van 20 cm, een dikte van 12 cm en ze wegen ongeveer 2 kg. Er zijn een set blauwe en een set rode bollen beschikbaar. Het spel kan zowel één tegen één, als in ploegverband gespeeld worden. De ploeg die begint, rolt eerst alle bollen van de eigen kleur. Daarna is het aan de tegenpartij,om die bollen weg te schieten of te proberen al slalommend tussen de bollen van de tegenstander de eigen bollen dichter bij het doel te krijgen. (bron: Wikipedia)

3. ramp in Nieuwkerke

In het handschrift “Bijzonderste gebeurtenissen rakende het klooster West-Nieuwkerke en onderhoorige huizen binst den oorlog 1914 tot 1918” (Archief Bisdom Brugge) vinden we meer details:

“Op 24 juni 1917 werd de kerk der Poulouche gebombardeerd binst de 7u mis, die opgedregen werd tot zielerust van Albert Vandevelde aan ’t front gestorven , ten gevolge van een zonneslag. Kerk was proppendvol. Omtrent het eerste Evangelie viel een obus in de richting der Poulouche – een 2de,… een derde… De E.H. Pastor, die de omhaling deed, las de verlegenheid op de wezens en zeide: De degenen, die begeeren uit te gaan zijn heel vrij. Aanstonds verliet het volk ten grooten deele de kerk, eenige keerden nog terug….. Juist na de nutting… Poef!! Een obus al den binnenkant links der kerk! Welk gehuil! Welk duisternis. Boven alles hoorde men de jammerklacht van den diepbedroefden herder: “Wel! Wel! Wel! Nu is ’t gedaan!”. De priesters op den autaer waren ongedeerd. Zuster Godelieve die al voren al den over kant bij den harmonium zat was doof geslegen, doch niet gekwetst. Zij zag nog eens om en ontwaarde niets dan een dikken verpestenden rook; zij sprong door den aanpalenden schuurvloer, recht naar den kelder der hofstede. De priesters bleven ter plaats en zoo gauw de rook begon verdwijnen dienden zij het H. Oliesel toe aan de stervenden en erg gekwetsten; bleven ter plaats dood: Henri Vanthorout, J. Patrouille, Belgische soldaat in congé met Maurice Cortreye, Elise Devos,  Eudoxie Deknudt, Zoé Uleyn, Julia Meurin en Eug. Deketelaere neve van den boer van ’t Westhof. Emile Deschildre werd door zijn broeder Cyriel in het huis van den ontvanger gedregen, waar hij na de H. Sacr. ontvangen te hebben overleed. Louise Dassonville, vrouw van Eugène Careye stierf in thuis der Poulouche en Irma Barbry, vrouw Vandenberghe in ’t roode kruis bij H. Lagache’s, Leonie Duponchelle, vrouw Gardyn op weg naar ’t hospitaal te Proven bij het kasteel van den rechter te Poperinghe, waar een roode + was. Louise Deschildre, vrouw Augustin Careye ’s nachts in ’t hospitaal van ’t Couthof te Proven en Germaine Deknudt vrouw Camille Vandeputte den 13en dag na ’t ongeluk. Er waren dus 13 dooden en een groot tiental gekwetsten die genezen hebben.”   

Verder ook nog: Eugenie Verkeyn,

Foto 1, 2 en 3: het oorlogsgedenkteken in Nieuwkerke met daarop de namen van de burgerlijke slachtoffers.

Foto 4: Germaine Deknudt, overleden rond 7 juli 1917 als slachtoffer van de beschieting van de kerk van Nieuwkerke

 

4. de peluchte

In het manuscript staat “de peluche”. Het gaat om hoeve De Poulouche aan de Seulestraat 134. De hoeve werd in 1922 heropgebouwd door het echtpaar Ollivier-Delerue en is anno 2017 nog altijd bewoond door de familie Ollivier.

Foto 5: hoeve de Poulouche

 

5. E.H. Pastoor

Het gaat om Victor Vander Heyde (1865-1927), zie hier

 

6. E.H. Ollivier

Het gaat om Victor Ollivier (1874-1941)

Foto 6: bidprentje van Victor Ollivier, zie ook hier


7. het pensionaat van Avelgem

Dit is het nu nog bestaande Sint-Jan-Berchmanscollege, toen ook bekend als Pensionnat du Bienheureux Jean Berchmans. Ollivier was er directeur van 1906 tot 1926.

 

8. Het hospitaal van Couthove

Zie hier.

Foto 7 en 8: hospitaalbarakken bij ’t Couthof.  

 

9. Kwatongen deden hun werk

Ongetwijfeld door er op te zinspelen dat de goddelijke voorzienigheid niet veel had vermogen om zelfs de gevigen die de mis bijwoonden tegen onheil te beschermen.  

Afbeeldingen