maandag - 17/07/1916

6° schrift, p.511-512
Afbeeldingen

1. Achiel Vandermarliere

 Zie hier

2. een schelf

Een schelf (of vumme/vimme) zijn gestapelde korenschoven met een cirkelvormige basis

Bij hooi zegt men opper, bij  vlas loeie, en bij hout mytte of vumme.

 (bron: De Bo: Westvlaams Idioticon)

 Foto 1: een schelf

 

3. een novice van de jezuïeten

Een novice maakt zijn proeftijd door voor intrede in een kloosterorde. Hij heeft dus zijn geloften nog niet afgelegd. Bijgevolg kan hij ook niet als aalmoezenier optreden. Hij dient dus als ‘gewoon’ militair.  Ook seminarist Coverliers, die reeds op 6 april 1916 door Van Walleghem werd vermeld, diende in die hoedanigheid. Wel werden seminaristen, net als onderwijzers, dikwijls als brancardier ingezet.  

4. onderdiaken

 In een eucharistieviering met 3 priesters had vroeger altijd een van de priesters de rol van “diaken” en de andere was “onderdiaken” of subdiaken. De diaken droeg stool en manipel in de eucharistieviering, de onderdiaken niet.

Concelebreren is nog zo lang niet toegestaan voor de priesters in parochiedienst. De diaken mocht per uitzondering communie uitdelen en de zegen geven, plechtig dopen en, als hij ertoe geapprobeerd was, preken en begraven.

(bron: Henri Vandenberghe: Gewijd of Vervlogen)

 

5. In de beerput

Door de betonnen gewelven bood een beerput relatief meer veiligheid.

Zo bestaat er op de Ouderdom een hoeve, waar men de beerput uitgepompt had, grondig gereinigd en ontsmet, om te gebruiken als operatiekamer.