dinsdag - 26/06/1917

9° schrift, p.737-738
9° schrift, p.739-740
9° schrift, p.741-742
Afbeeldingen

1. Germain van de veldwachter

Germain Forceville (Dikkebus, *11 Jan 1900-14 Sep 1972) was de zoon van veldwachter Alois Forceville (1869-1922). Van WAlleghem kende hem goed want Germain was ook zijn misdienaar in de schuur van Lamerant. Later huwde hij Maria Vandenbroeke en werd hij slager in zijn geboortedorp.

Foto 1: Germain Forceville als misdienaar van Achiel Van Walleghem (met dank aan Germaine Forceville voor de foto)

Foto 2: Germain Forceville op latere leeftijd als dooppeter.

 

2. Het was buitengewoon klaar weer

Dat moet wel want hij kon uitzonderlijk ver kijken: Oostende is zowat 60 kilometer van de Rodeberg verwijderd.

 

3. Pont Velin

Hij bedoelt Pont-à-Vendin bij Lens

Foto 3 & 4: Hoogovens en fabrieken in Vendin en Pont-à-Vendin

 

4. de uurplaat van de toren van Passendale

Allicht was het niet de uurplaat maar een rond gat in de toren. In elk geval is hij een van de laatsten om de kerk van Passendale te aanschouwen want in de Derde Slag bij Ieper werd die letterlijk helemaal met de grond gelijk gemaakt.

Foto 5: de kerk van Passendale voor de vernietiging.

Foto 6: de kerk van Passendale na november 1917

 

5. Ik stond er als Mozes bij het land van belofte

Tijdens de tocht door de woestijn na de uittocht uit Egypte kwam het volk in opstand tegen de leiders Mozes en Aaron, omdat ze geen water vonden. Jahweh verscheen aan Mozes en zei dat hij op de rots moest slaan om er water uit te laten vloeien. Maar omdat Mozes tweemaal met zijn staf op de rots had geslagen, zei Jahweh vertoornd: “Omdat gij Mij niet hebt geloofd en Mij voor de ogen van de Israëlieten niet als heilig behandeld hebt, zult gij deze gemeenschap niet binnenleiden in het land dat Ik hun heb geschonken.” (Numeri, 20:12)

Toen ze uiteindelijk, na 40 jaar omzwervingen, bij Kanaän waren aangekomen, beklom Mozes de berg Nebo die tegenover Jericho ligt. Daar toonde Jahweh hem het hele land en sprak: “Dit is het land dat Ik aan Abraham, Isaak en Jacob onder ede beloofd heb: “Aan uw nageslacht zal Ik het geven!” Ik heb het u met eigen ogen laten aanschouwen, maar binnen gaan zult ge er niet.” (Deuteronomium, 34: 4)