oog in oog met ooggetuigen

Het museum volgt de kroniek van de Eerste Wereldoorlog, maar zet evenwijdig daarmee een parcours van ooggetuigen uit. Zij die erbij waren worden opnieuw opgeroepen om hun verslaggeving te laten vertolken door levensechte acteurs.

Richard Wybouw die met zijn familie naar Frankrijk vluchtte, vier militairen die de kerstbestanden meemaakten, de Duitse pionier Willi Siebert die op 22 april 1915 het gegazeerde terrein verkende (en de chemicus Fritz Haber die zijn legerleiding had overtuigd dit wapen in te zetten), Achiel Van Walleghem die een paar kilometer achter het front als dorpspastoor aan het werk is en blijft, Jerome Verdonck die in 1918 op een boogscheut van zijn ouderlijk huis het voorjaarsoffensief helpt counteren, en Eric Hiscock die in de laatste oorlogsmaand zijn vriend verloor: dat is de werkelijkheid van de Eerste Wereldoorlog, uit eerste hand.

het inzicht van hulpverleners

In de bioscoopruimte vertellen drie getuigen uit de Britse medische dienst over hun immense opdracht om gewonden te verzorgen. De befaamde Amerikaanse professor neurochirurgie Harvey Cushing was in de zomer van 1917 aan het werk in een Brits veldhospitaal achter het front. Op het scherm wordt hij geflankeerd door de Amerikaanse verpleegster Ellen Newbold La Motte die vooral voor de Fransen werkte, en de jonge Britse vrijwilligster Enid Bagnold.

de stem van dichters, denkers en dromers

De vrees dat de strijd om de wereldmacht en de wapenwedloop ooit in een grote oorlog zouden uitmonden, zette velen er toe aan om een radicaal andere weg te kiezen. Ook al zou de geschiedenis hen uiteindelijk niet volgen, toch moet hun tegenstem hier en daar opduiken in de tentoonstelling.

Ook tijdens en na afloop van de oorlog - toen alle geleden leed officieel gerechtvaardigd moest worden - klonken er stemmen van dichters, denkers en dromers die pleitten voor inclusie en verzoening, en voor internationale samenwerking en pacifisme.